Onderlinge relaties: het domino-effect
De relaties tussen betrokkenen rond passend onderwijs kunnen erg verschillen. Tegelijkertijd zijn ze onderling sterk met elkaar verbonden. Een verandering tussen twee partijen kan al gauw invloed hebben op de relaties met andere partijen.
Met name de relaties tussen de overheid en de scholen/ besturen en tussen de scholen onderling hebben een grote kans om meer bureaucratisch te zijn: het gaat daar namelijk vaak over formele regelingen zoals wetgeving en bekostiging. Partijen leggen alles vast en richten processen in om erop toe te kunnen zien dat afspraken en procedures ook worden nageleefd.
Tegelijkertijd worden de andere relaties hierdoor beïnvloedt. Als er bijvoorbeeld naar aanleiding van incidenten met thuiszitters Kamervragen aan de minister gesteld worden, zal deze zich geroepen voelen de Onderwijsinspectie op pad te sturen, en mogelijk met aangescherpte regelgeving komen. Scholen zullen zich daardoor mogelijk extra gecontroleerd voelen en de interne richtlijnen strikter gaan hanteren. Leraren voelen zich in hun bewegingsvrijheid belemmerd of moeten erg veel vastleggen omdat de school dat nodig heeft om verantwoording te kunnen afleggen. Ouders en leerlingen zullen dit als inflexibel en bureaucratisch ervaren.