Leraren
Leraren zullen een andere afweging maken: zij zullen zeker zien dat de betreffende leerling iets extra’s nodig heeft, maar ze hebben een fors aantal andere kinderen in de klas. Hun afweging zal zijn: kan ik de klas als geheel nog wel aan, komen andere kinderen voldoende aan hun trekken, kan ik het qua hoeveelheid werk behappen? Het perspectief van de leraar wordt bovendien gekleurd door diens eerdere ervaring, diens opvattingen over wat een goede leraar is en door de betrokkenheid bij de rest van de school. Leraren zien dat ze op korte termijn misschien iets moeten aanpassen, maar ze komen er niet aan toe. Ze kunnen immers geen ijzer met handen breken. Hun tijdsperspectief is heel direct (morgen in de klas) maar als het over vernieuwingen gaat hebben ze meer tijd nodig. (Zie ook hoofdstuk 5.)