1. Bureaucratie, goed geregeld
In Nederland worden verhoudingsgewijs veel kinderen buiten het reguliere onderwijs geplaatst om aangepast onderwijs te volgen. De Wet Passend Onderwijs heeft tot doel om meer kinderen die aanvullende voorzieningen nodig hebben in reguliere scholen onderwijs te laten volgen.
In 2012 maakten 16.200 leerlingen in het reguliere basisonderwijs gebruik van leerlinggebonden financiering: een ‘rugzakje’. In het speciaal basisonderwijs (SBAO) waren dat er 3.000 en in het regulier voortgezet onderwijs 19.600. Daarnaast zaten 34.500 leerlingen op een school voor speciaal onderwijs in cluster 3 en 4.
Passende onderwijsvoorzieningen voor zo’n grote groep kinderen moet goed geregeld worden. Ouders, leraren en scholen willen weten waar ze aan toe zijn. Zeker in gezinnen is er toch al veel onzekerheid wanneer de ontwikkeling van een van de kinderen anders loopt dan verwacht. Het terugdringen van die onzekerheid, en het vereenvoudigen van de toegang tot die voorzieningen is een belangrijk thema.